Metal Lyrica - The Largest Metal Lyrics Archive
 www.metallyrica.com
# A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Search lyrics by band name or use our Advanced Search engine: 
Advanced Search 


WAPENSPRAAK & DRINKGELAG LYRICS



"'Hammerite-sessies'" (2003 Demo)

1. Onder de banier van het gewei
2. De orde van het zwijn
3. Puur heidens krijgsmetaal
4. Toorn van de groentroon
5. Orkheuvel
6. Caorthannachs wederkeer
7. Sakserwoede
8. Maansverduistering
9. Toorn van de groentroon
10. Maansverduistering
11. Onder de banier van het gewei
12. Caorthannachs wederkeer







1. Onder de banier van het gewei

'Onder de banier van het gewei'

Komt nu allen rond 't knetterend vreugdevuur
Want straks wordt ons gewonde land weer puur
De hordes van 't kruis, zij kwamen bij nacht
Moordend en brandend, ons land bruut verkracht
Maar nu heffen we 't hoofd en maken een vuist
De troepen van de paus worden dra vergruisd!

We scherpen de bijl en spannen de boog
We ontvouwen de banier en hijsen hem hoog
De galmende hoorn roept op tot de strijd
Als Gjallarhorns krijs vol haat en nijd
Nog eenmaal weerschijnt in ons zwaard 't offervuur
En voor de bezetter sloeg nu 't allerlaatste uur!

We stormen vooruit, we zijn één met het woud
Ons hart vol haat en ons staal steenkoud
Een grimmige roedel wolven belaagt nu 't kruis
Balor als akela - heidens feestgedruis
Hij schrikt uit zijn slaap - een man met een pij
Schreeuwt en sterft onder de banier van het gewei

In de smalende maneschijn heffen wij onze hoorn
en slurpen het bloed van zij die heersten tevoren!

De profetie werd een feit, de bezetter nu dood
Alles weer stil in 't bloedig morgenrood
Het gewei triomfeert, onze heidense trots
Verpletterde prompt de discipelen gods
De bijl blijft nu scherp, geen vernedering meer
Cernunnos staart op 't vertrapte kruis neer




2. De orde van het zwijn

'De orde van het zwijn'

Waard, kom breng die kan alhier en doe onze pullen nog eens vol,
Waard, kom breng ons 't vochtvertier en lever ons een grap en grol!
Want wij willen zuipen, drinken, want wij willen beschonken zijn,
Want wij willen vreten, schrokken - wij zijn de Orde van het Zwijn!

We bulderen en lachen, het wambuis dat puilt uit van 't vet
We rollen onder tafel, geen vrome ziel die het hier redt!
We zijn doornen in 't oog der schone heren van de kerk
Dat kan ons geen reet schelen, we zeiken tegen hun grafzerk!

Muziek weergalmt al in 't gelag met zware rook tegen 't plafond,
Hij die draagt het grootst gezag heeft immer ook de volste mond!
't Gepeupel is al gaan slapen en de maan is al gerezen,
Maar wij weigeren te gapen voor onze lever is genezen!

Onze religie is drank en vreugd, wij grinniken met de nonnenkap
Al wentelend in ondeugd verkopen wij 't leven een trap
Morele regels ondergekotst en er is weer plaats voor meer
Godsdienst, moraal, tucht en zeden - 't Zwijn spuwt er op neer

Onze messias is diegene die ons den drank schenkt
We kruisigen hem zondaarsgewijs als hij die met water aanlengt
Want wij willen zuipen, drinken, want wij willen beschonken zijn,
Want wij willen vreten, schrokken - wij zijn de Orde van het Zwijn!




3. Puur heidens krijgsmetaal

'Puur heidens krijgsmetaal!'

Hak en kerf en maak kapot
Slijp je bijl en sla ze bot!
Geen paaps gespuis zal overleven
In doodsangst is de kerk aan 't beven!

(hels refreintje)
Puur heidens krijgsmetaal!
Totaal neukend krijgsmetaal!
Puur heidens krijgsmetaal!

…want ze hoort het…
(hels refreintje)

Alles für Wotan weerklinkt,
Thors donderende Mjölnir blinkt,
Germaanse trots is opgestaan
En die van 't kruis zal nedergaan

(hels refreintje)
…want hier is nu…
(hels refreintje)

Carnuns gewei overschaduwt,
De Keltische storm (is) nooit geluwd
De godin in haar strijdgewaad
Vertrappelt nu het christenkwaad

(hels refreintje)
…en ze schreeuwt om…
(hels refreintje)

Een kruisvergruizend bataljon
Marcheert naar elke horizon
't Lot van de vijand is bezworen
't Nieuwe era zal ons toebehoren!

'T NIEUWE ERA ZAL 'T ONZE ZIJN!




4. Toorn van de groentroon

'Toorn van de Groentroon'

Millennia van marteling
Tomeloze haat tegen al wat leeft
Een laatste fatale foltering
Siddering in de aarde, 't is de Godin die beeft!

Maar Dana is geen lam
Geen kosmische prooi klaar voor de slacht
Al eeuwen zo mak en jaren zo tam
Nu heft ze het hoofd met verwoestende kracht

Nietig volk vol verraad
Een hardnekkige vlooi op het hoofd van een god
Nu zelf het doelwit van haat
Gaia ontwaakt - de krijg vangt aan en de mens verrot

(*) Hoogmoedige wormen krioelen in vrees
Ze bidden in chaos en krijsen zich hees
Goden van eertijds worden tot schimmen vol pest
Als de kracht van de Groentroon hen razend omhelst!

(**) Plaag, dood, haat, storm!
Verderf van de mens, culturen tot gruis
Donder, duister, wind, gedreun!
Adam tot stof en zijn god tot as!

Wezens die al eeuwenlang standvastig hadden stilgestaan
Marcheren nu strijdvaardig tegen de gehate vijand aan
Eenheid die niet te scheiden valt, veelheid die niet te vatten valt
Een stampende overmacht waar niet meer mee te spotten valt

Archetypische angsten worden harde realiteit
Als de mens zich plots bevindt in het centrum van de eerzaamheid
Krakend gebrul, knarsend getier, kreten zonder vaste oorsprong
Een kankergezwel wordt weggesneden uit des Aardes groene long

(*)

(**)

Wezens die al eeuwenlang standvastig hadden stilgestaan
Marcheerden toen strijdvaardig tegen de gehate vijand aan
Eenheid die niet te scheiden viel, veelheid die niet te vatten viel
Een stampende overmacht waar niet meer mee te spotten viel

Duizend jaar nu gepasseerd, de rust van weleer weergekeerd
Tempels van dwaze hubris door hagel en wind reeds lang verteerd
De Godin overschouwt dit alles, mijmert vermoeid en verward
Over de mensheid die verdronk in haar tranen van smart




5. Orkheuvel




6. Caorthannachs wederkeer

'Caorthannachs wederkeer'

"Vanuit de zee zal ik herrijzen, mijn geslacht zal wederkeren
Uit de zee zal ik verrijzen, dit land wordt weerom van mij
Diegene die mij verjoeg, die is al lang wormaangevreten
Tijd is rijp, 't wachten gedaan, de winterslaap is nu voorbij!"

Diep in het woud en goed verscholen
Beweegt iets onder het bladertapijt
't Is de grote Ramhoornige Slang
Want ja inderdaad ook voor haar is het tijd

Ze kronkelt en spuwt, de ogen wijd open
Vertrekt op reis want haar meester wacht
De God van het Woud, van wild- en van puurheid
Hij wacht reeds op haar met hernieuwde kracht

De vlakte van Magh-slecht ontwaakt
Er broeit iets in de ondergrond
Twaalf stenen kiemen langzaamaan
De dertiende staat weer waar hij ooit stond

De God'lijke Worm, de Heer van de Heuvel
Is in al zijn glorie weer daar
Onder een stadig wassende maan
Is Crom-Cruaich voor bloedoffers klaar

Wandelend door veld en woud
Vergezeld door eeuwenoude
Meesters van het Land

Een tweede zon is nu gerezen
Lughs wonden zijn genezen
Hij staat op

Caorthannachs wederkeer!
Caorthannachs wederkeer!

Een nieuw tijdperk kondigt zich aan
Het oude zal al snel vergaan
Vals, kreupel en laf!

Caorthannach, bestijg je troon
Crom-Cruaich, eis je loon
In ons Heidenland!

Groene heuvels zullen weer schijnen
Als het Hert al over hen draaft
Bomen, dalen, bossen verschijnen
De waanzin uit het oosten gelaafd

Een ultieme harmonie doordringt
Een land dat zwijgt over de dwaasheid van toen
En de bard die dit verhaal bezingt
Mijmert: "Was dit alles slechts een vals visioen?"




7. Sakserwoede

'Sakserwoede'

Wotan heerst op ons domein
De Franken krijgen ons niet klein
Het blinkende staal dat nimmer rust
Het heidens vuur langs de kust
De heilige schrik voor de Romein
Voor de Pictische kloot puur venijn

De dolk in het oog van ’t Karolingisch gebod
Die niets hebben moet van dien oostersen god

’t Romeinse rijk met veel geld en beschaafd
Kreeg toch onze eeuwige dorst niet gelaafd
De snekken landinwaarts op ’t water dat steeg
En ‘t land der Menapen was snel genoeg leeg
De Brit kon de Cal’donische plunder geen baas
Hij riep om de Saks, die voer uit en
De Pict voor de bijl en de Brit redt zijn lijf
Maar z’n grond was hij kwijt en alzo ook zijn wijf

De koning der Franken wordt keizer van ’t westen
Rukt uit om zijn kracht op ons zwaard uit te testen
Bloed gutst uit kelen en de schedelpan splijt
Die slechte gebuur is ons lang nog niet kwijt

Maar langs onze kust klinkt gezang en geklaag
De eeuwige wee van de christenenplaag
De arm is gebroken als de geest wordt gekraakt
De paus onze ziel en de keizer zijn wraak

De keizer hij en krijgt ons niet
Niet langer zaait hij nog verdriet
Wat niet mocht baten met het botte kille staal
Zal ook niet gaan met een dom verhaal

Hun schrijfsels zenden we weer naar huis
De missionaris die vliegt dra aan ‘t kruis
In onze ringwal zijn wij godverdomme baas
Sla dood dat Roomse galgenaas!

Leeg nu hun huizen en vernietig hun marken
De Sakserhorde ontscheept uit de barken
Net als onze vad’ren in de tocht van weleer
De zonen van Hengist gaan weer wild tekeer
De bijl is geworpen, de spatha bebloed
’t Vereende gemeen veel te laat aangespoed
Kloosters en burchten vergaan alle in vuur
De zonen van Horsa beleven hun beste uur




8. Maansverduistering

'Maansverduistering'

Censuur bestaat niet in onze maatschappij en iedereen leeft in volkomen creatieve vrijheid. Zolang men tenminste binnen de afgelijnde paadjes blijft. Dít kan, dát kan evenwel niet – en beide zaken hoeven overigens nog niet eens zover uit elkaar te liggen.

Tegen de ene religie mag men zonder enig probleem fulmineren – getuige daarvan het feit dat elk dorp zowat zijn extreem antichristelijke black metal-band heeft en die lustig laat gedijen -, tegen de andere niet. Als men dat toch doet is men politiek incorrect. Het zij zo.




9. Toorn van de groentroon

'Toorn van de Groentroon'

Millennia van marteling
Tomeloze haat tegen al wat leeft
Een laatste fatale foltering
Siddering in de aarde, 't is de Godin die beeft!

Maar Dana is geen lam
Geen kosmische prooi klaar voor de slacht
Al eeuwen zo mak en jaren zo tam
Nu heft ze het hoofd met verwoestende kracht

Nietig volk vol verraad
Een hardnekkige vlooi op het hoofd van een god
Nu zelf het doelwit van haat
Gaia ontwaakt - de krijg vangt aan en de mens verrot

(*) Hoogmoedige wormen krioelen in vrees
Ze bidden in chaos en krijsen zich hees
Goden van eertijds worden tot schimmen vol pest
Als de kracht van de Groentroon hen razend omhelst!

(**) Plaag, dood, haat, storm!
Verderf van de mens, culturen tot gruis
Donder, duister, wind, gedreun!
Adam tot stof en zijn god tot as!

Wezens die al eeuwenlang standvastig hadden stilgestaan
Marcheren nu strijdvaardig tegen de gehate vijand aan
Eenheid die niet te scheiden valt, veelheid die niet te vatten valt
Een stampende overmacht waar niet meer mee te spotten valt

Archetypische angsten worden harde realiteit
Als de mens zich plots bevindt in het centrum van de eerzaamheid
Krakend gebrul, knarsend getier, kreten zonder vaste oorsprong
Een kankergezwel wordt weggesneden uit des Aardes groene long

(*)

(**)

Wezens die al eeuwenlang standvastig hadden stilgestaan
Marcheerden toen strijdvaardig tegen de gehate vijand aan
Eenheid die niet te scheiden viel, veelheid die niet te vatten viel
Een stampende overmacht waar niet meer mee te spotten viel

Duizend jaar nu gepasseerd, de rust van weleer weergekeerd
Tempels van dwaze hubris door hagel en wind reeds lang verteerd
De Godin overschouwt dit alles, mijmert vermoeid en verward
Over de mensheid die verdronk in haar tranen van smart




10. Maansverduistering

'Maansverduistering'

Censuur bestaat niet in onze maatschappij en iedereen leeft in volkomen creatieve vrijheid. Zolang men tenminste binnen de afgelijnde paadjes blijft. Dít kan, dát kan evenwel niet – en beide zaken hoeven overigens nog niet eens zover uit elkaar te liggen.

Tegen de ene religie mag men zonder enig probleem fulmineren – getuige daarvan het feit dat elk dorp zowat zijn extreem antichristelijke black metal-band heeft en die lustig laat gedijen -, tegen de andere niet. Als men dat toch doet is men politiek incorrect. Het zij zo.




11. Onder de banier van het gewei

'Onder de banier van het gewei'

Komt nu allen rond 't knetterend vreugdevuur
Want straks wordt ons gewonde land weer puur
De hordes van 't kruis, zij kwamen bij nacht
Moordend en brandend, ons land bruut verkracht
Maar nu heffen we 't hoofd en maken een vuist
De troepen van de paus worden dra vergruisd!

We scherpen de bijl en spannen de boog
We ontvouwen de banier en hijsen hem hoog
De galmende hoorn roept op tot de strijd
Als Gjallarhorns krijs vol haat en nijd
Nog eenmaal weerschijnt in ons zwaard 't offervuur
En voor de bezetter sloeg nu 't allerlaatste uur!

We stormen vooruit, we zijn één met het woud
Ons hart vol haat en ons staal steenkoud
Een grimmige roedel wolven belaagt nu 't kruis
Balor als akela - heidens feestgedruis
Hij schrikt uit zijn slaap - een man met een pij
Schreeuwt en sterft onder de banier van het gewei

In de smalende maneschijn heffen wij onze hoorn
en slurpen het bloed van zij die heersten tevoren!

De profetie werd een feit, de bezetter nu dood
Alles weer stil in 't bloedig morgenrood
Het gewei triomfeert, onze heidense trots
Verpletterde prompt de discipelen gods
De bijl blijft nu scherp, geen vernedering meer
Cernunnos staart op 't vertrapte kruis neer




12. Caorthannachs wederkeer

 


Search lyrics by band name or use our Advanced Search engine: 
# A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
  www.metallyrica.com 


Contact e-mail: webmaster@metallyrica.com
Copyright (c) 2007 - Metallyrica.com - All lyrics are the property and copyright of their respective owners.
All lyrics provided for educational purposes and personal use only. Please read the disclaimer.

About Us - Submit Lyrics - Privacy Policy - Disclaimer - Links