|
HELLEBAARD LYRICS
"Wodan's Lof Gewijden" (Demo Demo)
1. De Valsche List 2. Wodan's Lof Gewijden
1. De Valsche List
T'is nu vijf of zes jaer
Brander, dief liepen te gaer
Dreegen, besteelden zoo meenige man
Meer als ik weet, of zeggen kan
Iedereen..vreesde voor het zijn:
Gij voor't uw, en ik voor't mijn
Liepen op roof en dreygden te branden
Kerck en Huysen; is 't geen schande?
DIE NU WENSCHT HEM TE VERNIELEN
ZAL ER(VOOR WAT SPIJT) NOG KNIELEN
Braef lie waeren vol angst en vrees
Of dit leed eens over hun rees
En wie sal verligten ons pijn
Als wij sonder Drossard sijn?
Vangt eenen hoop en hangt ze op
Loont de dieven met vuer en strop
De Valsche List zal worden ten toon
Gestelt voor elk, en krijgen hun loon
De Uylen konnen het ligt niet zien
Zij sijn bekend bij alle lien
Nu sal het land rusten gaen
Schelm en Dief moet van de baen
En dat is regt.wie heeft gehoord
Dat men vrij brand, steelt en moord?
Sterkte moet god hem geven
Dat de quay voor hem beven
En wij allen, vrij van hinder
Gaen en staen bier en ginder
DIE NU WENSCHT HEM TE VERNIELEN
ZAL ER(VOOR WAT SPIJT) NOG KNIELEN
2. Wodan's Lof Gewijden
Toen Roomse Legers, Krijg's en Volksverderven,
In 't hoofd, germanjes woudgrens overschrijden
Greep 't heilig Choor de Barden der Wodan's Lof Gewijden
En Knots en Harp om 't Wallhall'te verwerven
U eindlooze Eer, die dondrend hebt gezongen
O Koerner, en uw Bliksemsstraal gezwongen
En 't gloeiend Strijdlied door uw Bloed bezegeld
Geen Harp alleen, om 't bloedgeding te omzwerven
De andre ontvlammende, 't gevaar te mijden
Wie 't Strijdlied zong moest zelve durven strijden,
wie heldendood verhief, zelf kunnen sterven
U eindlooze Eer, die dondrend hebt gezongen
O Koerner, en uw Bliksemsstraal gezwongen
En 't gloeiend Strijdlied door uw Bloed bezegeld
En hij, wien't jonglingshart, van geestdrift brandde
Die slechts Sonetten heeft ten kamp geregeld
Hij weze onsterflijk...tot zijn eeuwge schande
Toen Roomse Legers, Krijg's en Volksverderven,
In 't hoofd, germanjes woudgrens overschrijden
Greep 't heilig Choor de Barden der Wodan's Lof Gewijden
En Knots en Harp om 't Wallhall'te verwerven
En hij, wien't jonglingshart, van geestdrift brandde
Die slechts Sonetten heeft ten kamp geregeld
Hij weze onsterflijk...tot zijn eeuwge schande
|
|