|
HEIDEVOLK LYRICS
"De Strijdlust is Geboren" (2005)
1. Krijgsvolk 2. Vale Ouwe 3. Het Gelders Volkslied 4. Winteroorlog 5. En Wij Stappen Stevig Voort 6. Furor Teutonicus 7. Het Bier Zal Weer Vloeien 8. Gelre 838, Wychaert 9. Hengist en Horsa
1. Krijgsvolk
Hoorns galmen in het Noorderland
De strijdlust is geboren
Trouw in ’t gevecht tot in de dood
Bij Balders dood gezworen
In naam Alvaders en onze stam
Trekken wij ten strijde
Te rijden naar de grote hal
Om Hels koud rijk te mijden
Slijpen onze speren
En smeden onze klingen
De barditus die zal weer eens
Walhalla bezingen
Waar mede vloeit en vrouwelijk schoon
Ons vlees brengt en ons drinken
Daar waar gelach en heldenlied
Voor eeuwig zullen klinken
Hoorns galmen in het Noorderland
De strijdlust is geboren
Trouw in ’t gevecht tot in de dood
Bij Balder’s dood gezworen
In naam Alvaders en onze stam
Trekken wij ten strijde
Te rijden naar de grote hal
Om Hels koud rijk te mijden
Slijpen onze speren
En smeden onze klingen
De barditus die zal weer eens
Walhalla bezingen
Waar mede vloeit en vrouwelijk schoon
Ons vlees brengt en ons drinken
Daar waar gelach en heldenlied
Voor eeuwig zullen klinken
Terug naar boven
2. Vale Ouwe
Raven snellen door het bos
De wolven zijn los
Daverend gaat zijn krachtig ros
Door het duistere bos
In Vale Ouwe’s oude woud
Heersen woeste stormen
Waar Wodan’s Wilde Jacht zal zijn
In het woud der nornen
Op Vale Ouwe’s heidengrond
Waar Irminzuil stond
Waar Wodan’s eik staat, fier en trots
Daar spint Urth ons lot
In Vale Ouwe’s oude woud
Heersen woeste stormen
Waar Wodan’s Wilde Jacht zal zijn
In het woud der nornen
Runen kerven in mijn zwaard
Vecht voor onze grond
Het heilig woud, het Azenwoud
Waar bloed ons bond
Waar godenhand den springdel schiep
Op heidense grond
Waar winterreus in heuvels sliep
Op Veluwse grond
In Vale Ouwe’s oude woud
Heersen woeste stormen
Waar Wodan’s Wilde Jacht zal zijn
In het woud der nornen
Runen kerven in mijn zwaard
Vecht voor onze grond
Het heilig woud, het Azenwoud
Waar bloed ons bond
Terug naar boven
3. Het Gelders Volkslied
(Jan van Riemsdijk/arr. Heidevolk)
Gelders dreven zijn de mooiste
In ons dierbaar Nederland
Vette klei en heidegronden
Beken, bos en heuvelrand
Ginds de Waal, daar weer de IJssel,
Dan de Maas en ook de Rijn
Geeft ons recht om heel ons leven
Trots op Gelderland te zijn
Waar het vaderland bebouwd werd
Door den Saksischen Germaan,
Daar werd onze stam geboren,
Daar is Gelderland ontstaan
En het graan dat thans geoogst wordt
Waar het woest en wild eens was
Geeft ons recht om trots te wezen
Op ons echte Gelders ras
In de dorpen en de steden
Tussen Brabant en de zee
Tussen Utrecht en Westfalen
Heerst de welvaart en de vreê
Met je kerken en kastelen,
Met je huisjes aan de dijk,
Gelderland jij bent de parel
Van ons Nederlands koninkrijk
Ginds de Waal, daar weer de IJssel,
Dan de Maas en ook de Rijn
Geeft ons recht om heel ons leven
Trots op Gelderland te zijn
4. Winteroorlog
Een koude adem streelt het landschap
De tedere klauw die het leven verstikt
Een voorbode van wat komen gaat
Kou en duisternis keren weer
De wind trekt aan
De reuzen ontwaken
Het land en het leven
Worden begraven
De zon verliest nu steeds meer kracht
Zal onze stam de lente weer zien
Nachten verlengen ten koste van dag
Reuzen teisteren het mensendomein
Wie zal hen verslaan
Wie brengt ons nieuw leven
Vertrouwen zullen wij
Op hamer en zon
Van kou verkrampt aanschouwen wij
Hoe Donar al de reuzen verslaat
Donder doorbreekt de kille stilte
De hamergod breekt reuzenmacht
Het witte lijkgewaad
Verdwijnt voor de zon
De lente breekt aan
Het leven keert terug
Maanden van kou hebben wij getrotseerd
De hevige strijd is nu voorbij
De zon herwint haar krachten weer
Haar warme stralen begroeten wij
De reuzen zijn verjaagd
De hamer raakt aarde
Bevrucht is zij nu
Zij zal snel weer baren
5. En Wij Stappen Stevig Voort
Waar heidevelden zich paars bekleden
En beukenbos ons haar vredige koelte verschaft
Dan lopen wij door de Gelderse bossen
Genietende van haar oneindige pracht
Als dan de machtige eiken hun bladeren doen vallen
Een kille mist de machtige wouden bekroond
Dan lopen wij over Veluwse velden
Waar sterrenpracht onze wegen vormt
Als dan kou en vorst de heide doet kraken
En winterijs zich in onze baarden vormt
Dan lopen wij door de Gelderse bossen
Waar een ijzige wind het leven bestormt
Maar dan zal de zon weer het ijs doen verdwijnen
En sierlijke berken dragen het jong-ontsproten groen
Dan lopen wij over de Veluwse velden
Waar d’aarde en het leven zich van de ijzige koude ontdoen
6. Furor Teutonicus
Te lang hebben wij gewacht
De strijdlust wordt te groot
Onbedwingbaar, onze lust
Te vechten op leven en dood
Met Wodan hoog boven ons
En Thor en Tyr aan ons zijde
Pakken wij de wapens op
En trekken wij ten strijde
Splijters van schedels
Brekers van botten
Verwurgers van kelen
Snijders van strotten
Het haardvuur brand
Het vlees wordt gebraden
Het bier vloeit stevig
En we bezingen onze daden
Angst en pijn ons niet bekend
Al evenmin de vrede
Wij houden slechts van flinke strijd
Van vrouwen, bier en mede
Bloed kleurt de grond
Einherjer in de lucht
Wie niet bereid te sterven was
Sloeg voor ons op de vlucht
Ons hart zo koud als ijs
Doch vurig onze toorn
De vijand is verslagen
Dus heffen wij de hoorn
Splijters van schedels
Brekers van botten
Verwurgers van kelen
Snijders van strotten
Terug naar boven
7. Het Bier Zal Weer Vloeien
Het bier zal weer vloeien
Het bier zal weer vloeien
Het bier zal weer vloeien
In ons Gelderland
Op winst in de strijd
Op vlees en jolijt
Kom laat ons nu drinken
Op ons Gelderland
Duizend duistere nachten doorstaan
De diepste dalen doorkropen
Eenzaamheid in ons bestaan
Door nachtelijke wouden geslopen
Het bier zal weer vloeien
Het bier zal weer vloeien
Het bier zal weer vloeien
In ons Gelderland
Op winst in de strijd
Op vlees en jolijt
Kom laat ons nu drinken
Op ons Gelderland
Het koudste ijs is betreden
De sterkste stromen doorwaad
De grootste vijand bestreden
De zwaarste storm is doorstaan
Het bier zal weer vloeien
Het bier zal weer vloeien
Het bier zal weer vloeien
In ons Gelderland
Op winst in de strijd
Op vlees en jolijt
Kom laat ons nu drinken
Op ons Gelderland
Ver weg van ons huis en haard
Het land door ons zo bemind
Smachtend naar ons Gelderland
De zeilen staan strak in de oostenwind
Het bier zal weer vloeien
Het bier zal weer vloeien
Het bier zal weer vloeien
In ons Gelderland
Op winst in de strijd
Op vlees en jolijt
Kom laat ons nu drinken
Op ons Gelderland
Ons doel is de horizon
We reizen de zon achterna
Verlangend naar de geboortegrond
De Rijn leidt ons nu huiswaarts
Het bier zal weer vloeien
Het bier zal weer vloeien
Het bier zal weer vloeien
In ons Gelderland
Op winst in de strijd
Op vlees en jolijt
Kom laat ons nu drinken
Op ons Gelderland
8. Gelre 838, Wychaert
In't oude veld bij het Keulsche land
Daar waar den grote mispelboom stonde
Daar leefde het ondier, den Gelresche draak
Geen enkel man die hem aan konde
Er stond ene slot van de Heer Van Pont
Gezegend was hij met twee kloeke zonen
En den jongste, Wychaert zijn naam,
In stille verlooft met een Hamelandsch schone
Hoor den draak met luide geruchte in den donkere nachten
Daar Wychaert zijn groot zwaard zal heffen en den ondier zal slachten
Hoor den draak met luide geruchte in den donkere nachten
Daar Wychaert zijn groot zwaard zal heffen en den ondier zal slachten
Wychaert kwam aan bij het meiske d'r vader
De vader die zat in zijn grote troon
Hij zeit: Wychaert gij zult moed moeten tonen
Om te beminnen mijn dochter zo schoon
Zo sprong hij te paard, Wychaert ging nu heen
En gespte om, zijn groot sterk zwaard
Rijdend over den Gelresche velden
Moedig en onverschrokken van aard
Het dier lag al altijd onder den mispel
Zo stapte Wychaert moedig naar voren
Den draak brulde luidkeels: GELRE! GELRE!
Het was tot in weiden omtrek te horen
Met dank aan zijn dolk geërfd van zijn vader
Stak hij het met slechts één goede steek
Zieltogend lag het aan Wychaerts voeten
Alwaar het van zijn wonden bezweek
Het volk juichte luid en riepen hem na
"De doder van Gelre is den ware held"
Hij kreeg zijn kasteel en schatten zo veel
En Hamelands deerne, zo werd het verteld
Het kleine geveste kreeg tevens zijn naam
Den trotsche naam: GELRE!
Daar is het land van Gelre gesticht
Daar is ons Gelderland ontstaan
9. Hengist en Horsa
Hengist en Horsa het broederpaar
Leidden de Saksische legerschare
Met woede in het hart en saks in de hand
Over Aegirs rijk naar het Brittenland
Angelen en Saksen hieven het zwaard
Kelten en Picten werden niet gespaard
Vriend en vijand toonde moed
En vereerden hun goden met vergoten bloed
Vele schepen met krijgers bemand
Kwamen aan uit ons vaderland
Zoveel strijd nog nooit vertoond
Het land werd van de laffen verschoond
Horsa viel tegen Vortigerns zoon
Maar Hengist overwon en besteeg de troon
De overwinning was behaald
En Nieuwe grond met bloed betaald
|
|