|
GOTMOOR LYRICS
"Vlaemsche Premitieven" (2000 Best of/Compilation)
1. Vlaamsch Verdriet 2. Vergane Glorie 3. Halewyn 4. Ten Strijde 5. De Tweede Donkers Eeuw 6. Circus Van De Dood 7. Intro(ll) / Onder Den Eglantier 8. Brugse Metten (Vlaamsch Verdriet Deel 2) 9. Maleficia 10. De Lorelei 11. De Witte Dame 12. De Zwarte Dood 13. Outro(ll)
1. Vlaamsch Verdriet
Wankele wielen langs donkere gracht
Hoefgekletter van paardekracht
In het donker van de nacht
Ridders in al hun pracht
Allen dood zult gij zijn
Man, vrouw, kinderkijn
Speel nu vast de tamboerijn
Eer zal overwinning en vreugde zijn
Vlaamse boeren zijn gedood
In het donkere avondrood
Wie al dit bloed vergoot
Zal gewroken worden hogenood
2. Vergane Glorie
Laatste moed vergaard
Naast zijn sterke zwarte paard
Dienen ridder, net nog held
Zal nu sterven op het veld
Geen dwaas staat hem nog bi
Asgard is nu zeer nabi
Riddersdroom a priori
Bleef het zwaard ten einde trouw
Klauwaards tonen geen berouw
Geen dwaas staat hem nog bi
Zwarte wolven op de loer
Jongen huilen achter voer
"Zinen dolk vond in zin hart een weg
Heimdall, ik ben reeds onderweg"
3. Halewyn
Witten voorschoot van satijn
Maagd weet waar zi moet zijn
Zi deed haar beste kleren aan
Om naar Halewyn te gaan
Zi besteeg het witte ros
En vertrok toen naar het bos
Toen zi zag heer Halewyn
Liette zi heur nekke zien
Het verliep anders dan verwacht
Kinderkijn o Kinderkijn,
Zocht gi soms min Halewyn
Geen maagd die haar nek nog ontbloot
Ik heb zin hoofd in mienen schoot
Roden voorschoot, rood van bloed
Maagd weet waar zi wezen moet
Zi gaat houden een banket
Waar men het hoofd op tafel zet
4. Ten Strijde
Gaart nu allen rond dit vuur
Yggdrasil, kan komen ieder uur
Verzoent U allen voor de strijd
Houdt ons van de dood bevrijd
3014 jaar van de dood
Merlijn is fout indien hij dit besloot
Wij trollen hebben al de macht
Over deze groene pracht
Deze wouden zijn van ons
Aanhoort ons luide hartgebons!
Vuur, wind, zee
Strijden met ons mee
Dat gedrocht, dat wordt vermoord
Njord, hebt gij ons gebeden aanhoord?
5. De Tweede Donkers Eeuw
De nieuwe adel geniet volop
Van de mensen zonder brood
De nieuwe plebs is reeds geboren
De piramide nog vergroot
De pest heeft men reeds onderdrukt
Ziektes kan men nu de baas
De wanhoop is gebleven
De mens nog even dwaas
Een donkere eeuw herbegon
Maar komt aan dees een eind?
Het woud fluisterd mij toe
Ja, als wrede mens verdwijnt!
6. Circus Van De Dood
Wanneer de nacht haar intree doet
Betreedt geen sterveling nog dit veld
Ketters vervullen laatste wens
Opgeknoopt tot aan de dood
E Dominus Patrus
Sanctus Vibisdum
Galgen tot aan de horizon
Een silhouet van razernij
De dauw doorweekt het moordend strop
De kilte van Zonsondergang
De beul verdringt gewetenspijn
In den herberg naast den eik
Hij verbergt zijn zwarte kap
Veilig bij zijn dikke pens
Een kar betreedt het galgenvel
Het is het circus van de dood
Hier is niemand die hen zoekt
De angst van speurders is te groot
Hier slaan wij onze tenten op
En rusten uit tot morgenvroeg
Dwergen spelen in de moor
De minestreel zingt zacht een lied
7. Intro(ll) / Onder Den Eglantier
Bloed stroomde onder zin ranke stam
En heeft 's mans gezicht verkild
Heur schoone leden nu verstild
Nadat zi droevig bi him kwam
Schuchtige takken in de wind
Kom bi mi, gi vrouw'lik kind
Ik ben wat gi altijd woudt
Schreew niet meer
Hi had zin wensch vervuld
Die twaalf schepsels
Het licht ontnomen
De duisternis geschonken
Schichtige takken in de wind
'T is aan mi, nu zeer bemind
Vrome vrouwen zijdt gij
'T is aan mi
8. Brugse Metten (Vlaamsch Verdriet Deel 2)
Op dienen beruchten dag braken zi het ridderwoord
'T is daarom dat zi allen zijn belust op wraak en moord
Het onderdrukte Vlaanderen gooit af zin juk
Ten einde strijd wi zullen dansen van geluk
Ten velde zin zi reeds vergaard
Hun leven is verbeurd verklaard
Verzonken in hun slaap van 't kwaad
Onze vrijheid gaat in het bloed gebaad
Met Breydel onzen groten held
Mengen wi ons in het strijdgeweld
Leliaerts worden niet meer gediend
Zo laat hun zeggen "schild en vriend"
Wat Waals is vals slaat al dood
Onze bijlen zin bebloedend rood
En onder het luiden van de grote klok
Bevrijden wi onszelve van boze wrok
"Festa dei per francos" dat is voorbij
Gedaan met Vlaamsche vleierij
Bloedzuigers van het Franse hof
Zullen vergaan tot as en stof
9. Maleficia
T'is mi al eens nor wor gi goat
Als gi ons huize mor ni verloat
Om te goan nor van wie men zegt
Dat mensch dat tegen alles vecht
Op een doods verlaten pad
Leeft zi alleen met haren kat
Op haren kop nen zwarten hoed
Een meute belust op wraak en bloed
Diep verscholen in het woud
Is het woar zi zich bezig houdt
Lavendelkruid en rozemarijn
De speurtocht zal al bezig zijn
En wat te doen als men haar vindt
Zi zal branden in de wind
Zi is de bron van alle kwaad
Het gepeupel is vervuld van haat
Den duvel is haar metgezel
Boze gedaantes van de hel
Hoort de priesters met de hoge staf
Hun dreigend hondengeblaf
"Brengt dat mensch naar onzen troon
Zi zal krijgen heur verdiende loon
Zo zal schrijen van de pijn
Haar assen zullen de onzen zijn"
10. De Lorelei
Verlaten door haar metgezel
Worp zi zichzelf naar beneen
Haren geest leeft boven een rots
De legende van de Lorelei
Boven op de klippen des doods
Zingt zi bekoorlijk haar eigen lied
Zi lokt de schippers in de mist
Haar blonde haren in de wind
Het kraken van het brekend hout
Moords gesluimer in de nacht
En bij het ontwaken van de dag
Is er enkel nog het wrak
11. De Witte Dame
Getooid in bladergroen en mos
Verrijst hoog boven 't duistere bos
Vantussen mist en ochtenddauw
Kille muren grijs en grauw
Nen burcht overschaduwd door haat
Verwoest door Fransen hand
Ruines bezeten van 't kwaad
Zi maakten heur van kant
Toen zi haren bloed vergoten
Werd hun geluk verbroken
Oh de mooie Midone
Zo is de legende begonne
Nu reeds vijfhonderd jaren later
Spookt de dame zoals men beweerd
Hoort haar ijselijk geschater
Als zi de dorpelingen ambeteerd
Bij 't licht van den bleken maan
Is zi weer uit 't graf opgestaan
En bij nacht en ontij
Sterveling, gewaarschuwd zijt gij
12. De Zwarte Dood
We wachten tot wij sterven gaan
Het leven is voor ons gedaan
We leven in afzondering
We worden elkanders vreemdeling
Afgezonderd in een grot
Zonder liefde of genot
Onder een helse beproeving van ons geluk
Torsen wij dit zware juk
Verafschuw eigen vlees en bloed
In ons is het dat de pest reed broedt
Geef ons wat drinken of wat brood
Ons wacht alleen de zwarte dood
Houdt kort de tijd die ons nog rest
Voor ons is de levensdorst gelest
13. Outro(ll)
|
|